21-Aug-2016

Ook bij Unia vinden ze de antidiscriminatiewet maar niets

politiek & economie

Recent was Dovy Keukens nog eens in het nieuws, dit keer niet vanwege een succesvolle reclamecampagne in schabouwelijk Nederlands, maar omdat ze een sollicitant botweg hadden geweigerd wegens te oud. Dat is flagrant in strijd met de antidiscriminatiewet. Het gelijkekansencentrum Unia aarzelde niet: ze daagden het bedrijf voor de rechter.

Kijk nu echter eens naar de website van Nestor. Het bedrijf profileert zich als een uitzendkantoor voor 50-plussers. Prima idee, maar er is wel een probleem: net zoals Dovy Keukens hanteert Nestor een leeftijdscriterium. In de andere richting weliswaar, maar dat is even goed in strijd met de antidiscriminatiewet. Dus als Unia consequent zou zijn, had Nestor al lang een rechtszaak aan de broek. Hebt u al iets vernomen? Ik evenmin, en ik denk niet dat het er ooit van komt. En ik denk dat ik ook weet waarom.

Volgens mij vinden ze bij Unia dat het in het eerste geval gaat om "slechte" en in het tweede geval om "goede" discriminatie. De antidiscriminatiewet komt dan van pas bij Dovy Keukens, maar is hinderlijk bij Nestor. Een ietwat schizofrene houding tegenover de wet is het logische gevolg.

Dat ze bij Unia die hele antidiscriminatiewet eigenlijk maar niets vinden, weet ik wel zeker, want dat zeggen ze zelf. In een recent artikel in Knack verklaarde Els Keytsman, directeur van Unia, het volgende:

Er zijn eigenaars die hun woning graag willen verhuren aan mensen met een migratieachtergrond. Maar als ze dat expliciet in een advertentie schrijven, overtreden ze de wet.

Volgens Keytsman is voorrang geven aan migranten "goede" discriminatie, en ze klaagt terecht aan dat de wet dat niet toelaat. Ze geeft nog een sterker voorbeeld:

Onlangs nog had de VUB het plan opgevat om een aantal jobs voor te behouden voor gevluchte academici, maar dat is op dit moment verboden. Elke vacature moet voor iedereen openstaan.

Volgens Keytsman is jobs voorbehouden voor vluchtelingen "goede" discriminatie. Ook hier vindt ze het terecht verkeerd dat de wet dat niet toelaat.

In al deze voorbeelden zien we hetzelfde patroon. Het is de moeilijkheid die ik aankaart in mijn stuk Een pleidooi voor de vrijheid (ook om te discrimineren): de antidiscriminatiewet verhindert dat men keuzes maakt volgens de eigen inschatting van opportuniteiten en de eigen voorkeuren, alsof die per definitie "slecht" zouden zijn. Zoals Keytsman zelf aantoont, slaat dat nergens op. Burgers kunnen uiteraard "goed" handelen, volgens hun eigen morele overwegingen.

Een eigen moreel oordeel is evenwel subjectief. Dikwijls is het onderscheid tussen "goed" en "slecht" niet objectief beslisbaar. Voorrang geven aan migranten is bijvoorbeeld "slechte" discriminatie vanuit het standpunt van kansarme residenten die hun aanbod van huurwoningen nog zien verkleinen. Jobs voorbehouden voor vluchtelingen is "slechte" discriminatie tegenover de veelbelovende jonge academicus wiens plaats ingenomen wordt door iemand die minder bekwaam is. Verschillende discriminerende keuzes kunnen tegenstrijdig zijn, en toch moreel verdedigbaar.

Vaak is een moreel oordeel zelfs niet aan de orde. Ik heb bijvoorbeeld een bijzondere affiniteit met Braziliƫ: ik heb er gewoond, spreek de taal en hou van de cultuur. Als ik ooit een au-pair zoek, gaat mijn voorkeur misschien wel uit naar een braziliaanse studente. Dat is niet goed of slecht, dat is gewoon wat het is.

Kortom, de antidiscriminatiewet is een onterechte motie van wantrouwen tegenover de burger. Mijn conclusie is dan ook dat de wet onaanvaardbaar en onhoudbaar is. Tot mijn slecht gespeelde verbazing komt Keytsman echter tot een totaal ander besluit:

Het zou dus een grote vooruitgang betekenen mocht positieve discriminatie legaal worden.

Van een kromme redenering gesproken: de antidiscriminatiewet werkt niet, en dus moeten we ze vervangen door een heuse discriminatiewet waarbij de overheid wettelijk vastlegt welke discriminatie goed is en welke slecht. Want vergis u niet over het eufemisme "positieve discriminatie". Het gaat gewoon over bepaalde vormen van discriminatie die vanwege de overheid de stempel "goed" meekrijgen. Vermoedelijk heeft Keytsman wel een idee over welke voorkeuren "goed" zijn, namelijk de hare. En ongetwijfeld is het gelijkekansencentrum Unia beschikbaar voor advies over wie die gelijke kansen wel, en wie ze helemaal niet moet krijgen.

Legale positieve discriminatie maakt onbeslisbare morele overwegingen tot een speelbal van toevallige politieke meerderheden, met alle perverse neveneffecten van dien. Het zullen niet de zwaksten zijn die ermee gebaat zijn, maar de best politiek geconnecteerden. En het opent de weg naar wettelijk verankerde discriminatie van een type dat Keytsman niet dadelijk als "goed" zou bestempelen. Kortom, het is een rotslecht idee en totaal onaanvaardbaar. Maar ik ga er verder geen woorden aan vuil maken. Er is geen enkel politiek draagvlak voor en ik hoop dat dat zo blijft.

Rest de vraag waarom Keytsman met zo'n dwaas voorstel op de proppen komt. Volgens mij gaat het om een soort psychologische vlucht vooruit. Unia is immers onlosmakelijk verbonden met de antidiscriminatiewet, als de bewaker ervan. Ongetwijfeld maken sommige politici dezelfde analyse als Keytsman. Als er daardoor een politiek draagvlak komt om de wet af te schaffen, dan moet ook Unia op de schop. Pleiten om je eigen job af te schaffen is wellicht wat veel gevraagd, maar Keytsman had ook gewoon kunnen zwijgen natuurlijk.

Niettemin is dat wat dient te gebeuren: de antidiscriminatiewet moet weg, en Unia ook. Het bespaarde geld kan men dan investeren in iets zinvols. Binnenlandse veiligheid bijvoorbeeld, ik zeg maar iets.