30-Aug-2021

Privatiseer imec

politiek & economie

Toen ik in 1985 afstudeerde als burgerlijk ingenieur elektronica was het zonneklaar: onze generatie zou Leuven op de kaart zetten als het nieuwe Silicon Valley. De katalysator hiervoor zou een recent opgericht "superlab" zijn, het Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum (imec). Het doel van imec was immers om "de Vlaamse micro-elektronica-industrie te versterken". Daar zouden opstartsubsidies voor nodig zijn, maar die zouden binnen een redelijke termijn afgebouwd worden.

Fast-forward naar vandaag. Wat in al die tijd vooral versterkt werd is imec zelf. De jaarlijkse subsidies werden helemaal niet afgebouwd: ze zijn daarentegen sterk gestegen. In 2019 ontving imec 109.6 miljoen euro "structurele financiering" van de Vlaamse overheid. Dat is niet alles. Er was ook nog 44 miljoen euro vanuit de EU. En tenslotte zijn er de "projectsubsidies" toegekend door een aantal Vlaamse en Europese instanties in het kader van samenwerkingsakkoorden. Het lijkt alsof men bij imec niet buiten komt als er niet ergens een subsidie-kraantje wordt opengedraaid.

Ik kijk daarnaar met plaatsvervangende schaamte. Het gaat hier immers over één van de bloeiendste industriële sectoren. De consument krijgt niet genoeg van producten vol processoren, sensoren, communicatiechips en geheugenchips, zoals smartphones, laptops en auto's, om enkele van de meest bekende te noemen. Als er één sector is die geen subsidies nodig heeft, is het wel de elektronicasector.

Zoals gewoonlijk met subsidies is de directe kost slechts één aspect. Belangrijker zijn de verborgen kosten door ongunstige neveneffecten. Ten eerste doen de schitterende ingenieurs die in de comfortabele omgeving van imec werken doen niets anders natuurlijk, zoals bijvoorbeeld meebouwen aan een Vlaams Silicon Valley, waar bedrijven het mooie weer maken in plaats van een overheidsvzw.

En wat doet imec eigenlijk met al die subsidies? Voor een belangrijk deel worden ze aangewend om mee de R&D te financieren van een aantal van de grootste chipfabrikanten ter wereld: Intel, Samsung en TSMC. Dat zijn allemaal niet-Europese bedrijven zonder fabriek in Europa, laat staan in Vlaanderen. Hun aandeelhouders moeten de Vlaamse belastingbetaler wel dankbaar zijn om zijn gulheid. Zij de toegevoegde waarde en de winst, wij wat technologisch prestige.

De ontwikkelde procestechnologie gaat bijvoorbeeld niet naar de Europese chipfabrikant X-Fab, een zusterbedrijf van de Vlaamse technologieparel Melexis. Met andere woorden: Vlaamse subsidies financieren mee de concurrenten van het échte Vlaams succesverhaal in de elektronicasector. Zo absurd is het.

Ook op het gebied van chipontwerp is er een probleem. Naast Melexis zijn er nog een aantal andere Vlaamse bedrijven die chips ontwerpen, waaronder ook spin-offs van de KULeuven en imec. Sinds jaar en dag worden die gesubsidieerd beconcurreerd door de imec's eigen chipontwerp-diensten. Pogingen om hier iets aan te doen worden systematisch genegeerd. In een woelig gesprek hierover maakte wijlen professor Roger Van Overstraeten, de oprichter van imec, het mij zeer duidelijk: spin-off bedrijven dienen om de groei van imec te bevorderen, niet omgekeerd.

En waarom moet imec een Design Center zijn voor TSMC in Europa? Dat is een puur commerciële activiteit. De verantwoording die imec wel eens gebruikt is dat men enkel activiteiten onderneemt die de markt niet invult. Dat is natuurlijk niet zo moeilijk als je de markt eerst buitenspel zet.

Toegegeven, imec heeft het politieke spel zeer goed gespeeld. Want wat is imec eigenlijk? Soms is het een bedrijf, zoals bij het beschermen van intellectual property en het ontwikkelen van commerciële activiteiten. Soms is het een universiteit, zoals bij het binnenhalen van projectsubsidies. In tegenstelling tot echte bedrijven krijgt imec immers 100% van de kost terugbetaald. Het aaangename aan deze dubbelzinnige structuur is dat imec in elke situatie de rol kan kiezen die hen het beste uitkomt.

Het model van imec wordt regelmatig verdedigd met het argument dat de R&D voor chipfabricatie zo duur wordt dat individuele bedrijven het niet meer kunnen financieren. Nu is het best aannemelijk dat samenwerking inzake R&D aangewezen is. Er is echter geen reden waarom daar belastinggeld voor nodig is. Meer nog, het succesvolle model waarbij de bedrijven alles betalen is bewezen en beschikbaar bij een dichte partner van imec: het Nederlandse technologiebedrijf ASML.

Samengevat ontwikkelt ASML de machines om chips te fabriceren, en imec de procestechnologie die op die machines draait. Voor de markt lijken ze een technologische tweeling. Ze hebben dan ook dezelfde klanten: de bekende namen Intel, Samsung en TSMC. Maar daar stopt de gelijkenis. ASML is een commercieel bedrijf. Om zijn dure R&D te financieren worden voornoemde klanten verzocht bij te dragen via deelnames aan kapitaalverhogingen en rechtstreekse cash-injecties. Het programma heet het Customer Co-Investment Program. Er is geen reden waarom men met de technologie van imec niet hetzelfde zou kunnen doen.

Daarom wil ik besluiten met een boodschap aan de politiek. Het is tijd om een einde te maken aan de dubbelzinnige structuur van imec. Privatiseer de commerciële activiteiten. ASML kan dienen als voorbeeld. Vermits de ontwikkelde technologie state-of-the-art is krijgt u ongetwijfeld een mooie prijs. Bovendien spaart u vanaf dan de jaarlijkse subsidie-uitgave uit. U kan dat geld dan besteden aan kerntaken, zoals infrastructuur voor mobiliteit, waterhuishouding en basisonderwijs.

En wat met het fundamenteel onderzoek dat op imec wordt gedaan? Breng dat terug naar de plaats waar het altijd al thuishoorde: de universiteit.