04-Mar-2018

Waarom erfbelasting onaanvaardbaar is

politiek & economie

De laatste weken woedde het debat over erfbelasting weer in alle hevigheid. Je zou denken dat alle argumenten pro en contra inmiddels de revue gepasseerd zijn. De argumenten die volgens mij essentieel zijn heb ik echter niet gehoord. Vandaar deze bijdrage.

De onderliggende moeilijkheid is een filosofische kwestie: kan iemand die al dood is nog wel vrij over zijn vermogen beschikken? Voor de voorstanders van erfbelasting is dat betwijfelbaar: doden kunnen immers niets meer. Voor de tegenstanders kan dat perfect: wat je bij leven bepaalt geldt ook nog daarna. Zo gesteld lijkt de zaak onbeslisbaar, enkel goed om opiniebladzijden mee te vullen.

Nochtans denk ik dat de oplossing niet zo moeilijk is als je het probleem onderzoekt in een ruimere context. Daarvoor gebruik ik een gedachtenexperiment waarbij we vertrekken van een eenvoudig model met een hoge erfbelasting. Concreet: stel dat de erfbelasting 30% bedraagt ongeacht de erfgenamen, dus bijvoorbeeld ook voor de kinderen.

Een enkeling zal zich misschien met graagte naar de fiscale slachtbank laten leiden. Maar het is een veilige hypothese dat de meesten dat niet zullen doen. Zij zullen op zoek gaan naar manieren om hun vermogen te verdelen zoals ze dat zelf willen, en een vrijwillige bijdrage aan de overheid zal daar wellicht niet bij zijn. Daar zijn mogelijkheden voor. In Vlaanderen kan je bijvoorbeeld belastingvrij schenken aan wie je wil. De enige voorwaarde is dat je na de schenking nog 3 jaar moet blijven leven. Als je dat risico niet wil nemen kan je de schenking laten registeren en betaal je relatief bescheiden registratierechten van 3%.

In de praktijk werkt dat echter als volgt. De ene heeft een bescheiden vermogen van 100.000 euro. Veel schenken zal er dan niet inzitten. Je moet iets achter de hand houden want je weet nooit wat het leven brengt. Bij overlijden betalen de erfgenamen dus de volle pot: 30.000 euro of 30%. De andere is bemiddeld en heeft een vermogen heeft van 1.000.000 euro. Die persoon kan bijvoorbeeld 900.000 euro wegschenken aan toekomstige erfgenamen en 100.000 euro houden. Bij overlijden betalen de erfgenamen eveneens 30.000 euro of slechts 3% van het oorspronkelijke vermogen. Tenzij de erflater onverwacht overlijdt alvorens de nodige schikkingen te hebben getroffen: dan hebben ook de erfgenamen pech en betalen ze 300.000 euro, of 10 keer meer.

Samengevat komt het hierop neer: erfbelasting is iets voor minder begoeden of pechvogels. Welnu, dat is schromelijk onrechtvaardig. Er is geen reden om schenken fiscaal te bevoordelen tegenover erven. En dus moeten de belastingtarieven gelijk zijn.

Een mogelijkheid is om een equivalente schenkbelasting van 30% in te voeren. Laat ons de gevolgen daarvan eens bekijken. Stel dat je een succesvol familiebedrijf hebt uitgebouwd dat je graag wil nalaten aan de volgende generatie. Er is nu geen enkele mogelijkheid meer om te ontsnappen aan de belasting. Na één generatiewissel bezit de staat al 30%, na twee de meerderheid met 51%. Je zal maar een nazaat van pakweg Solvay of Colruyt zijn in een raad van bestuur met een meerderheid van politiek benoemde bestuurders. Ik denk dat je eieren voor je geld kiest en iets anders gaat doen. Of misschien wil de armlastige staat zijn participatie te gelde maken. Boven elke generatiewissel hangt dus het zwaard van Damocles van de vijandige overname. In elk geval: binnen de kortste keren worden familiebedrijven genationaliseerd of vervreemd. Gedaan dus met hun typische langetermijnvisie en verankering. In mijn ogen is dit een economisch horrorscenario.

Het verhaal van de familiebedrijven zou voor mij doorslaggevend zijn, maar ik besef dat velen hier minder zwaar aan tillen. De rijkste mensen van dit land zijn immers vaak eigenaars van familiebedrijven en op veel sympathie moeten die niet rekenen. Ik blijf het verbazend vinden hoeveel mensen denken dat een vrije economie een zero-sum game is waarbij de rijkdom van de ene ten koste gaat van de rijkdom van de andere. Maar dat debat kan ik hier niet oplossen en ik ga het argument niet gebruiken. Wel is het zo dat de wetgever het op dit moment gelukkig met mij eens is. Voor familiebedrijven bestaan er namelijk nog gunstigere regelingen voor schenken en erven. Waardoor de onrechtvaardigheid tegenover minder begoeden of pechvogels natuurlijk nog groter wordt.

Het argument dat ik wel wil gebruiken is principieel. Eerder zei ik dat je in Vlaanderen belastingvrij kan schenken. Intuïtief zou ik daar het woord "uiteraard" bij zetten. Ik vind inderdaad dat je vrij over je eigendom moet kunnen beschikken, weggeven inbegrepen. Eigenlijk vind ik dat evident. En dus kan er geen schenkbelasting zijn. En dus kan er, in naam van de fiscale rechtvaardigheid, ook geen erfbelasting zijn.

Omgekeerd moeten voorstanders van een hoge erfbelasting kiezen:

  • ofwel aanvaarden ze de onrechtvaardigheid dat enkel minder begoeden of pechvogels erfbelasting betalen
  • ofwel stellen ze het eigendomsrecht in vraag door een even hoge schenkbelasting in te voeren

Twee mogelijkheden dus, die wat mij betreft allebei onaanvaardbaar zijn. En hoewel mijn analyse gebaseerd is op een gedachtenexperiment, komt de eerste keuze overeen met de huidige praktijk. Voor wie het nog niet door had: rijke mensen betalen geen erfbelasting. Merkwaardig dat niemand van de voorstanders die onrechtvaardigheid aankaart, toch voor zover ik gelezen heb.